Pagina 3 - Elske waarheen

7
h o o f d s t u k 1
Het dagboek
Peinzend kijkt Elske naar buiten. Ze kijkt over de zonnige wei-
landen, maar daar heeft ze geen erg in. Ze denkt diep na. Hoe
zal ze nu eens beginnen?
Vader zei: ‘Je schrijft elke dag je belevenissen, dat is leuk voor
later, als je nog eens kinderen krijgt.’ Elske moest lachen, later
is nog zo ver weg.
Opa zei: ‘Je moet eerst gaan vertellen wie je bent’, en oma zei:
Je zet gewoon je gedachten op papier.’
Elske zucht eens. Tjonge, ze vindt het maar moeilijk. Nou ja, laat
ze maar beginnen. Is het niet goed, er is niemand die het leest.
Ze buigt zich over het opengeslagen dagboek heen en begint: Dit
dagboek heb ik van Heleen gekregen. Heleen Hofman is mijn
vriendin. Ik ben Elske de Jong en vorige week ben ik twaalf jaar
geworden. Of ik elke dag in het dagboek zal schrijven weet ik
niet, misschienwordt het wel eenweekboek, of eenmaandboek.
Ze stopt even en denkt weer na. Opeens weet ze het, ze zal net
doen of ze een brief schrijft aan iemand die haar nog helemaal
niet kent. Daar moet je je eerst aan voorstellen, dus... en Elske
gaat verder: Ik heb altijd samen met papa gewoond. Mama is
gestorven toen ik een paar dagen oud was. Het is natuurlijk
erg, dat ik geen moeder heb, maar echt verdriet had ik nooit.
Papa zorgde heel goed voor mij en we hadden een heel lieve
buurvrouw en een leuke buurman. Familie hadden we niet,
tenminste, dat dacht ik.